Het lichaam-geestprobleem in de film Her

Samenvatting

Samantha (hoofdpersonage in de lovestory Her) is een kunstmatige intelligentie. Ze is slim, grappig én ze heeft geen lichaam. Kan Samantha verliefdheid ervaren? Een les waarin het lichaam-geestprobleem aan de kaak wordt gesteld, toegespitst op emoties. Naar aanleiding van korte filmfragmenten uit de film Her wordt in de klas het gesprek aangegaan. Vervolgens wordt theoretische verdieping gezocht bij Merleau-Ponty, James en Nussbaum.

Domein

Antropologie

Kernbegrippen

Descartes, emotie, geest, James, lichaam, Merleau-Ponty, Nussbaum, verliefdheid

Benodigde tijd

2 à 3 lessen

Vereiste voorkennis van leerlingen

Basiskennis lichaam-geestprobleem

Lesniveau

Havo 4, Havo 5, Vwo 4, Vwo 5, Vwo 6

Lesplan

Dit gedeelte bestaat uit een:

  • Lesplan
  • Infoblok

 

Lesplan

Fragment 1
Ontmoetingsscene: 9:36 – ?
Opmerking voor de docent: let op expliciete ‘hijgscene’ voorafgaand aan dit experiment!

Klassikaal gesprek naar aanleiding van de onderstaande denkvragen:

  • Kan Samantha denken?
  • Wat is denken, volgens jou?
  • Hebben wij ons lichaam nodig om na te kunnen denken?
    • Kunnen we denken zonder ledematen?
    • Kunnen we denken zonder zintuigen?
    • Kunnen we denken zonder hersenen?

Verdiepende vragen voor docent:

  • In hoeverre bepaalt je lichaam je waarneming?
  • Heb je een lichaam of ben je een lichaam?

Filosofische theorie:

Merleau-Ponty, embodied mind

  • Filosofie van het zelf, de Bruin, Jongepier & de Maagt, p.72-3
  • Cogito, Le Coultre, p. 26

Vragen bij filosofische theorie:

  • Kan Samantha denken volgens Merleau-Ponty?

 

Fragment 2

Samantha wenst een lichaam: 1:10:13 – 1:13:00

Klassikaal gesprek naar aanleiding van de onderstaande denkvragen:

  • In hoeverre voegt een lichaam iets toe aan Samantha?
  • Kan Samantha pas verliefdheid ervaren als ze een lichaam heeft?
  • In hoeverre is verliefdheid iets lichamelijks of iets geestelijks?
  • Kan ik verliefd worden op een robot?
  • Kan een robot verliefd worden?
  • Ben je nog mens als je geest is geüpload?

Verdiepende vragen voor docent:

  • Als je alles weet over de chemische reacties in de hersenen bij verliefdheid, weet je dan alles over verliefdheid? (reductionisme)

Filosofische theorie:

  • cognitivistische emotietheorie (Nussbaum)
  • fysiologische emotietheorie (James)

Video:

Capilano Bridge Study, and how it relates to the way people experience attraction: https://www.youtube.com/watch?v=bm6uRP4mvuk

 

Infoblok

Een belangrijke vraag voor de analyse van verliefdheid als emotie, is de vraag naar wat emoties zijn. Een eerste onderscheid valt te maken tussen lichamelijke verschijnselen en het idee dat emoties met onze geest en ons denken te maken hebben. Dit kun je toepassen op het al dan niet bestaan van de verliefdheid aanwezig in de film Her.

 

De fysiologische emotietheorie

Volgens William James (en zijn navolgers, waaronder Ekman) zijn emoties lichamelijke gewaarwordingen: aangename of onaangename gevoelens met uitingen in gedrag en uiterlijke vertoning. Als voorbeeld kan hierbij boosheid dienen. Boosheid geeft een naar gevoel in de darmen, met daarbij knarsende tanden, gebalde vuisten en gespannen schouders. Zonder lichamelijke prikkel (arousel) kunnen emoties niet bestaan; zij vormen een wezenlijk onderdeel daarvan.

De volgorde die wij gewend zijn te hanteren bij het verklaren van emoties, wordt door James omgedraaid. Eerst ziet hij de fysieke component en pas daarna de emotie. Ter illustratie: Ik ben verdrietig omdat ik huil en niet andersom.

Situatie (1), fysiologische verandering in reactie op die situatie (2), mentale gewaarwording van die fysiologische verandering op die situatie (3), benoemen (onder woorden brengen) = emotie (4)

Ik sta opeens oog in oog met een beer (1) ik zet het op een lopen/ga gillen/ verstijf van angst (2), ik word me gewaar van mijn gedrag/ fysiologische verandering (3), ik duid mijn gedrag (de verandering) = emotie angst (4).

 

De cognitivistische emotietheorie

Robert Solomon en Martha Nussbaum benadrukken echter dat er een verband, een verstrengeling, is tussen emotie en ratio: emoties hebben een redelijke component. Illustratief hiervoor is dat Nussbaum emoties ‘gevoelige gedachten’ noemt.

Als je een emotie hebt, kun je daarvoor immers redenen geven: ‘ik ben boos omdat…’ en juist dat maakt dat emoties niet alleen maar een lichamelijke reactie zijn, ook al kunnen emoties gepaard gaan met een lichamelijke reactie zoals slaan of schoppen uit woede. Emoties zijn redelijk in die zin dat volgens de cognitivist aan emoties redenen ten grondslag liggen.

 

Korte toepassing theorieën op verliefdheid

In tegenstelling tot James vormen volgens de cognitivisten lichamelijke verschijnselen geen wezenlijk onderdeel van emoties. Cognitivisten achten overtuigingen wezenlijk voor emoties. De gecompliceerde emotie verliefdheid lijkt op het eerste gezicht een mooie verbinding van beide theorieën. Er is, zoals blijkt uit het experiment op de brug, een duidelijk fysieke component die op zijn simpelst te benoemen is als spanning (‘vlinders in de buik’). Deze prikkel is al aanwezig voordat stilgestaan wordt bij de oorzaak. Daarnaast is er altijd een interpretatie nodig (een cognitieve actie) die leidt tot het idee dat een waardevol object de reden is van de spanning (of als reden gevonden wordt in het geval van de brug): die ander, met wie je je wilt vereenzelvigen (Cartesiaans gesproken) of (Spinozistisch gezien) een stap te maken richting perfectie.

 

Merleau-Ponty

Volgens Merleau-Ponty’s staat de waarneming aan onze basis van ons begrijpen van de wereld. Bij het kennen van die wereld maken wij daarbij primair gebruik van ons lichaam. Dit uitgangspunt staat haaks op het denken van bijvoorbeeld Descartes die juist het geestelijke als vertrekpunt neemt en het ik centraal stelt. Volgens Merleau-Ponty staan mensen met hun lichaam in de wereld en omvat de wereld de mens. In die wereld heeft een mens geen lichaam, maar is hij zijn lichaam.

 

Verdiepende vraag voor de docent:

  • Heb je een lichaam nodig om emoties te voelen?

Leerdoelen

De leerling kan:

  • verschillende filosofische theorieën over lichaam en geest uitleggen, namelijk Merleau-Ponty over het geleefde lichaam, de fysiologische emotietheorie van James en de cognitivistische emotietheorie van Nussbaum (begrijpen)
  • kritische vragen stellen ten aanzien van genoemde theorieën
  • een beargumenteerd standpunt innemen ten aanzien van de lichaam-geestproblematiek en het aspect van emoties daarin

Benodigd materiaal

  • Film Her (2013), Spike Jonze
  • Mariëtte Willemsen, Denkbewegingen (2009), hoofdstuk 1

Suggesties voor vervolglessen

  • conceptueel scepticisme (zie Tim de Mey, Het voordeel van de twijfel
  • intentionaliteit, Turing-test, Chinese Kamer

Auteur

Nienke van Dijken, Cornelis Kramer, Hanneke Nooijen, Rob Revet, Karin van der Zwam

Bijlagen


Schrijf een bericht