Samenvatting
Deze lessen gaan over het eten van dieren, over de relatie tussen mensen en dieren en over onze eigen omgang met dieren. Daarin wordt de morele rechtvaardiging van onze verhouding tot dieren (en het milieu) onderzocht door een gedachte-experiment, socratisch onderzoek, filosofische citaten, ethische posities en het creëren van een concept.
Domein
Ethiek
Kernbegrippen
deugdethiek, dierenethiek, goed en kwaad, moraal, plichtethiek, rechtvaardigheid, utilisme, waarden en normen
Benodigde tijd
Per lesonderdeel ongeveer 30 minuten, in totaal 5 onderdelen
Vereiste voorkennis van leerlingen
- vooronderstellingen, noodzakelijke en voldoende voorwaarden
- utilisme, plichtethiek en deugdethiek (alleen bij het laatste onderdeel)
Lesniveau
Havo 4, Havo 5, Vwo 4, Vwo 5, Vwo 6
Lesplan
Een lessenreeks van 6 lessen, waarbij de eerste twee ook op zichzelf staand kunnen worden gegeven. Onderdeel zijn o.a. een gedachtenexperiment, Sokratisch gesprek, citaten van filosofen lezen, groepsgewijs definities opstellen en een reflectiegesprek of eindopdracht.
Voor een uitgebreide beschrijving van het lesplan zie de bijlage
Leerdoelen
De leerling kan:
- Kernbegrippen die aan bod komen: waarden, normen, moraal, rechtvaardigheid, goed en kwaad, moreel-wezen
- Leerlingen begrijpen de begrippen ‘norm’, ‘waarde’ en kunnen deze toepassen op een voorbeeld (Begrijpen)
- Leerlingen onderzoeken de verhouding tussen ‘moreel gevoel’ en ‘moreel oordeel’ en kunnen de implicaties voor ‘moraliteit’ (Analyseren)
- Leerlingen leren in verschillende filosofische posities over de verhouding tussen mens & dier vooronderstellingen te zien en, ze te vergelijken en toe te passen op de vraag naar het eten van dieren (Analyseren & Creëeren)
- Leerlingen leren zelf het concept ‘voelende wezens’ definiëren en kunnen de betekenis hiervan voor het filosofisch debat over de verhouding tussen mens & dier aangeven en eigen positie beargumenteren (Creëeren)
- Leerlingen kunnen een afweging maken tussen de drie traditionele stromingen in de ethiek en zelf een nieuw ethisch argument geven voor de manier waarop wij als mensen ons horen te verhouden tot dieren (Kritiseren)
- Leerlingen leren zich te verplaatsen in verschillende perspectieven op de verhouding tussen mens & dier (Empathie)
- Leerlingen kunnen zich bewuster worden van hun hun morele oordelen en de grondslag hiervan (Moreel oordeelsvermogen)
- Leerlingen kunnen actief hun eigen verhouding ten opzichte van dieren onderzoeken en dit relateren aan hun eigen handelen (identiteitsvorming)
Benodigd materiaal
- Het boek ‘Waarom ik mijn vrienden niet opeet’ van Matthieu Ricard (Uitgeverij Ten Have, september 2015)
- Eventueel extra materiaal: Vegan vs. Angry Farmer, via https://www.youtube.com/watch?v=VdPcvOM4vXk&feature=youtu.be
Suggesties voor vervolglessen
Een (praktische) opdracht waarin leerlingen de verhouding tussen mens en dier onderzoeken vanuit de stromingen deugdethiek, plichtethiek en utilisme.
Auteur
Fransiscus Ismaël Kusters