Socratisch gesprek

Samenvatting

De leerlingen leren in groepjes van zes socratische gesprekken te voeren, waarbij vooral de nadruk ligt op het oefenen van de rollen: de gesprekspartner, de notulant en de voorzitter.

Kernbegrippen

Socratisch gesprek

Benodigde tijd

5 lessen van telkens 50 minuten – onbeperkt uitbreidbaar

Vereiste voorkennis van leerlingen

Geen

Lesniveau

Havo 4, Onderbouw, Vwo 4

Lesplan

Les 1. Leven en Leer van Socrates

– De docent vertelt een verhaal over het leven en de leer van Socrates (zie bijlage 1: reader De bloei van het Griekse denken)

– Nu gaat het over de vraag: Wat is een filosofische vraag? Een vraag die verwondering oproept. De docent geeft een aantal voorbeelden van filosofische vragen. (zie bijlage 2: lijst met filosofische vragen) Vervolgens laat zij de leerlingen een filosofische vraag opschrijven in het schrift. Daarna is er een ronde waarin iedere leerling de vraag deelt in de klas.

 

Les 2. Instructies socratisch gesprek

– Instructies geven over de regels van het socratisch gesprek (zie bijlage 3).

– Een vraag kiezen die de leerlingen zelf hebben aangedragen in de vorige les en een exemplarisch socratisch gesprek leiden, waarin de docent zowel voorzitter als notulant is.

– De leerlingen laten opgeven wie als eersten voorzitter willen worden.

 

Les 3. Instructies voorzitterschap en notuleren

– Uitleg geven over de rollen van de notulant en de voorzitter.

– Selectie maken van de leerlingen die als voorzitter gaan optreden. (Je hebt per groepje 1 voorzitter nodig. Een groepje bestaat uit 6 leerlingen. In een klas van 30 leerlingen heb je dus 5 voorzitters nodig.)

– De overige leerlingen zijn de notulanten.

– De docent deelt de zelf-evaluatieformulieren (zie bijlage 4.) uit.

– De les eindigt met een socratisch gesprek, begeleid en genotuleerd door de docent. De voorzitters zijn geïnstrueerd om te letten op de voorzittersrol. De notulanten zijn geïnstrueerd om te letten op de notulantenrol.

– Na het gesprek evalueren de aspirant voorzitters en de aspirant notulanten hoe de docent de rollen van voorzitter en notulant heeft vervuld. Daarbij krijgen de aspirant notulanten de taak om de rode draad in het gesprek weer te geven.

– De leerlingen vullen het zelfevaluatieformulier in (Wat zijn sterke punten? Wat zijn de ontwikkelpunten?) Op basis daarvan formulieren ze twee leerdoelen voor het volgende socratisch gesprek (in hun schrift).

 

Les 4. Socratisch gesprek voeren

– Er worden twee socratische gesprekken gevoerd. De docent is voorzitter.

– De leerlingen zijn opgesplitst in een binnen- en een buitenkring. De leerlingen in de buitenkring notuleren het gesprek. (De leerlingen in de binnenkring voeren het gesprek.)

– In het tweede gesprek is er een rollenwissel: De notulanten zijn nu de gesprekspartners.

– Aan het einde van de les schrijven de leerlingen hun zelfevaluatie. Dit keer nemen ze de leerdoelen, die ze in de vorige week hebben geschreven, als uitgangspunt voor de zelfevaluatie.

– Aspirant voorzitters reflecteren expliciet op voorzitterschap.

 

Les 5. Zelfstandige gespreksvoering

– Vanaf nu is er zelfstandige socratische gespreksvoering in groepjes van 6 (zo vaak als wenselijk). Ieder groepje gaat zelfstandig te werk met een eigen voorzitter en notulant. Aan het einde van het gesprek maken ze zelfstandig een zelfevaluatie en schrijven dit op in hun schrift.

Leerdoelen

De leerling is vaardig in het voeren van het Socratisch gesprek in de rol van gesprekspartner, notulant en voorzitter. (Zie bijlage 4: Zelfevaluatieformulier)

Benodigd materiaal

Behalve de bijlagen zijn er geen andere bronnen nodig.

Suggesties voor vervolglessen

Les ‘essay schrijven over een zelfgekozen emotie’ (een vorm van Socratisch schrijven)

Auteur

Martin Struik en Thomas Bragdon

Bijlagen


Schrijf een bericht